Eerste werkdag (2 tot 4 personen)

Suggestie: Bekend persoon & werkplaats of bedrijf.

A is een bekende persoon hij/zij weet echter niet wie hij/zij is. De andere spelers vragen welke bekende persoon A is. Speler A start met zijn/haar eerste werkdag bij een bedrijf. Tijdens het inwerken proberen de overige spelers via kleine hints A duidelijk te maken, wie hij/zij is.

Tips:

  • Het lijkt op een raadgame. Dit zet de onwetende speler op het verkeerde been en gaat dan eerder raden en niet luisteren en spelen. Zie het als een aangeef game en heb plezier.

  • Bij aangeefgames moeten er (onbewuste) fouten gemaakt worden! Hoe fouter hoe beter.

  • Laat je als (A) speler gewoon inwerken. Zeg soms dat je de werkzaamheden niet allemaal begrijpt. Dit is voer voor de overige spelers. Die snappen dat en zoeken een link naar de bekende persoon.

  • Over accepteer als aangever waarbij je reactie op het foute spel van A altijd met een "JA" begint, rechtvaardig het dan altijd.

  • Laat de scene maximaal 4 a 5 minuten duren. Wil het niet perse raden. Dit is een fun game voor het publiek en een over-acceptatie game voor de spelers.

Variant 1: Verjaardagsfeestje, waarbij bekende mensen op een verjaardag komen.

Variant 2: Adoptie ouders. Waarbij de geadopteerde kinderen van hun adoptie ouders net te horen hebben gekregen wie hun echte ouders zijn. Dit zijn bekende personen.

Briefjes / Dialogen (2 spelers)

Suggestie: Een persoonlijke/intieme relatie met:

  • een simpel probleem waar mensen zich aan kunnen ergeren of

  • een actueel discutabel gespreksonderwerp of

  • een locatie.

Vorm: Vraag vooraf aan het publiek enkele dialoogzinnen uit een soap welke ze op een briefje mogen schrijven. Voor de scene begint worden de briefjes ongelezen aan de spelers gegeven. Tijdens de scene pakken de spelers een briefje en lezen deze direct voor alsof het een zin is die in de scene hoort. Beide spelers moeten de inhoud van de briefjes accepteren en rechtvaardigen. De inhoud bepaalt mede hoe de scene verloopt.

Tips:

  • Start de scene met: "Dus......" (Dus ik heb al het geld gepakt).

  • Als je een briefje gaat lezen kan het helpen vooraf te zeggen: “Weet je wat ik denk/vind….” of 'Ik moet je wat vertellen...."

  • Houd rust en kom met het volgende briefje als het vorige briefje is geaccepteerd.

  • Help elkaar door elkaars zinnen te rechtvaardigen.

  • Ga niet eerst de briefjes lezen, maar zeg het direct en zoek later uit waarom je dit zei.

Start en stop / Opzetten en afmaken (4, 6 of 8 spelers)

Vorm: Verdeel de spelers in duo's . Elk duo krijgt een locatie als suggestie.

Duo A start hun scene op de locatie. Daarna wordt duo A afgetikt door duo B. Deze nemen de houding en de laatste zin van duo A over en accepteren de houding en zin in hun suggestie/locatie. Vervolgens kan duo C aftikken etc. De scene eindigt nadat ongeveer elke duo 3 of 4 keer is geweest.

TIps:

  • Concentreer je als aan de kant zit. Je gaat zo de scene in en klapt af. (Eventueel kan een extern persoon ook afklappen).

  • Laat het afklappen niet te lang duren (circa 1.5 minuut).

  • Klap af bij een algemene zin die niets met de suggestie van de andere duo's te maken heeft.

  • Leuke game voor na de pauze in een voorstelling als uit beide teams de 8 spelers met elkaar gaan spelen.

Diashow (4 of 5 spelers)

Suggestie: Vraag om een bepaalde procedure hoe iets gaat, zoals het maken van rode fluitketels, het brouwen van illegale drugs in het klooster of het meten van de kwaliteit van het slootwater in Hendrik Ido Ambacht. Je kunt ook voor een gebeurtenis kiezen zoals een vakantie, maar deze vorm heeft als nadeel dat de verteller alles kan gaan “sturen” en de vorm is vaak minder verrassend.

Vorm: Een speler vertelt de procedure aan de hand van dia’s. De andere spelers veranderen steeds van houding per dia en blijven stil staan tot de volgende dia. Je werkt samen met de lichtman. De vertellende speler geeft aan wanneer de volgende dia komt, dit doet hij door bijvoorbeeld te zeggen "…een, twee ja…" Het wordt dan donker en weer licht. De overige drie spelers staan dan in een andere houding. De verteller improviseert het verhaal aan de hand van de houding van de drie spelers in de dia.

Tips:

  • Verteller kijk eerst rustig naar de dia, laat je inspireren en kijk regelmatig naar het tableau.

  • Wees enthousiast als verteller. Ook kan helpen door te zeggen JA! nadat de foto bekend wordt gemaakt.

  • Als de verteller het niet weet dan kun je zeggen: “Oeps verkeerde foto of deze persoonlijke foto hoort er niet bij. Dat zijn mijn over enthousiaste kinderen…” of iets dergelijks.

  • De verteller laat zich leiden door de foto’s Niet andersom.

  • Neem een willekeurige houding aan in de dia, vrijwel alles is goed. Als er maar een connectie is met de overige spelers in de dia.

Op zolder (3 spelers)

Hoe: 3 personen. A is opa of oma, de 2 andere spelers zijn nieuwsgierige kleinkinderen.

Suggestie: geen

Vorm: Speler A is opa of oma welke zijn/haar kleinkinderen (speler B en C) heeft meegenomen naar zolder. De kinderen kijken hun ogen uit op zolder. Ze pakken steeds iets (onzichtbaar) op, lopen naar opa of oma en vragen steeds: “Opa/oma, wat is dit?” Speler A benoemt gelijk wat de andere speler in zijn handen heeft. De ideeën zijn geïnspireerd op hoe zwaar en groot de kinderen het voorwerp aanbieden door middel van mime. Vervolgens werkt opa of oma het verhaal achter het voorwerp uit. Het kleinkind accepteert tevens de spelimpulsen en kunnen spelimpulsen aanvullen. Daarna staat het andere kleinkind al weer klaar en vraagt wat het volgende voorwerp in zijn handen is. Opa/oma benoemt dit etc. Uitdagend wordt het als de vorige voorwerpen en spelimpulsen allemaal nog eens terug komen waardoor het hele verleden van opa of oma voor het publiek grotendeels duidelijk wordt.

Tips:

  • Luister goed als kleinkind, probeer verbanden te leggen met andere voorwerpen.

  • Kijk als opa goed naar hoe het voorwerp wordt gepresenteerd.

  • Als kleinkind heb je echt geen idee wat je in je handen hebt.

  • Stel niet te veel vragen aan opa of oma maar ga met zijn verhaal mee. Zeg: "Oh ja......en toen..".(vul het aan).

  • Raak als opa of oma ook geëmotioneerd in je herinneringen of creëer een nostalgisch gevoel.

Een woord spel (2 tot 4 spelers)

Suggestie: Zoek naar een intieme relatie welke inhoudelijk al deels is bepaald door het publiek en mogelijk al op een hoogtepunt zit. (Bijvoorbeeld: Broer en zus die de erfenis verdelen maar er niet uitkomen...en toen was het stil. Of echtpaar waarbij 1 een hele nare opmerking heeft gemaakt ).

Regel: Dit is een vrije improvisatie, waarbij als er gesproken wordt, maar één woord gebruikt mag worden.

Tips:

  • Bepaal welke vorm je wilt en bedenk goed welke suggestie er bij past en wat je allemaal wilt vragen aan het publiek om met beperkte tekst te spelen.

  • Gebruik emotie.

  • Zorg voor beweging. Ga lopen, koken of ga je nagels doen.

  • Houd altijd oogcontact met elkaar, voel en voer elkaar. Speel vanuit de onderbuik en creëer spanning.

De ruit / Dynamisch driehoek (3 tot 5 spelers)

Suggestie: Een titel van een (nog) niet bestaand sprookje.

Vorm: De spelers gaan bij drie spelers in een driehoek staan en bij vijf spelers in een ruitvorm. Zorg dat je op de punten staat met ongeveer twee meter afstand. 1 speler staat centraal vooraan in het midden. De voorste speler start met het verhaal. Terwijl hij spreekt beweegt hij zijn armen en lichaam, de andere spelers luisteren en kopiëren de bewegingen. De voorste speler kan naar links of rechts stappen, de hele ruit draait door en een andere speler komt vooraan te staan deze neemt naadloos de bewegingen en het verhaal over. De andere spelers volgen wederom de bewegingen en draai door.....etc.

Tips:

  • Zorg voor beweging. Ga niet stil staan als voorste speler.

  • Doe alsof je luisteraars kleine kinderen zijn. Overdrijf, gebruik mimiek, hanteer diverse stem intonaties, kijk ze aan, maak het spannend.

  • Je mag naar links of rechts door draaien, verras elkaar!

  • Draai door halverwege een zin. “En toen zag hij…(en draai door)”

  • Zoom in op het verhaal, vertel kleine details wat er te zien is.

  • Maak je bewegingen sierlijk groot doch simpel en doe het rustig zodat iedereen achter je het kan volgen.

Prediker/Preacher (4 personen)

Suggestie: een vrolijk onderwerp of een actueel onderwerp + drie woorden als:

  • 1e woord: een voorwerp

  • 2e woord: een werkwoord

  • 3e woord: een beroep (Evt kan ook een bijvoeglijk naamwoord)

Vorm: Twee spelers A en B (de predikers) verlaten de zaal, ze weten de suggesties dus niet. De andere spelers C en D vragen aan het publiek de suggesties. Daarna komen A & B terug en gaan beide op een stoel staan (welke achter op het podium staat). Speler A kijkt naar het publiek, speler B heeft zijn rug naar het publiek. A begint te preken (als een prediker) over een vrolijke onderwerp. Speler C beeldt tegelijk het 1e woord uit. Tijdens de preek van A roept hij/zij de eerste associaties welke hij/zij krijgt bij de uitbeeldingen van C. Prediker B kan “switch” roepen, dan draait A zich om (rug naar publiek) en speler B ook (gezicht naar publiek). Speler B neemt het verhaal naadloos over terwijl speler D nu gaat uitbeelden. Als er het woord wordt geroepen roept de zaal: “Hallelujah” het volgende woord kan worden uitgebeeld.

Tips:

  • Maak de suggesties om uit te beelden niet te abstract maar ook niet te makkelijk. Werkwoorden als klappen of slapen is te makkelijk. Werkwoorden als beëindigen of beknibbelen te moeilijk. De kans op roepen moet enigszins aanwezig zijn.

  • Voel je een prediker / dominee, maak er een type van.

  • Speler C kan speler D ook ondersteunen in uitbeelden.

  • Stimuleer het publiek om “Oehhhhhh….” te roepen als een prediker het bijna goed heeft.

  • Houd het tempo hoog in het switchen van de predikers.

  • Ga als prediker niet staan raden, dan stopt de scene. Houd je monoloog aan, en doe het vooral lekker (per ongeluk) fout. Het publiek geniet des te meer.

  • Gebruik in deze fungame niet langer dan 1 minuut per woord. Wordt het niet in die tijd geraden, ga door na het volgende woord. Raden is geen pre….fun wel!

  • Meestal stopt de scene als het derde woord is geroepen. Maak als Prediker de scene af door nog een laatste wijze zin te zeggen.

Bankje (3 of 4 spelers)

Suggesties: Voor A een geheim. Voor B een verlangen. Voor C een beroep. Eventueel voor D een dagje uit.

De spelers zitten naast elkaar op een bankje (andere opzet ook mogelijk) en vertellen allen een verhaal over hun suggestie. Een speler kan de vertellende speler onderbreken door op een woord dat valt een associatie te maken en met zijn eigen verhaal verder te gaan. Voorbeeld: speler 1: “En toen heeft mijn vrouw mijn auto verkocht”, speler 2: “Verkocht, verkocht. Ik was meteen verkocht toen ik de vaas zag staan”, speler 3: “Staan....staan. Ik moest lang staan in de trein" Of. "Durf in deze lastige tijden maar eens staande te blijven..” enzovoort. De spelers kunnen overnemen wanneer ze willen, niet noodzakelijk in welke volgorde.

Tips:

  • Ga staren en vertel of kijk het publiek aan als je passievol verteld

  • Durf een willekeurig woord te pakken en vertel. Ga niet filteren welk woord bruikbaar is.

  • Herhaal een paar keer het woord. Dan komt de input vanzelf.

  • Durf rustig te starten en later te versnellen in het overnemen van de verhalen probeer een hoogtepunt te maken.

Climax (3 of 4 speler)

Eerst wordt er een climax / dramatische eindscène gespeeld, vervolgens laten de spelers zien hoe het zover gekomen is. De climax zelf geeft nog weinig van het verhaal weg. Het is eigenlijk alleen het heftige einde van een verhaal. In een aantal scènes krijgen we vervolgens te zien hoe het zo gekomen is. Het is het mooiste als de climax aan het einde van de game weer precies zo gespeeld wordt als aan het begin van de game.

Tip:

  • Bij het plaatsen van de climax opperste concentratie waar je staat en wat je korte tekst is. Herhaal dit daarna even snel in je hoofd.

  • Je kunt er voor kiezen, eerst de climax te spelen. En daarna de suggestie vragen. Wie, wat en waar!

Het geweten (4 spelers)

Suggestie: Een verzoek of dilemma.

A en B starten de scène. A heeft een verzoek aan B of zet hem in een dilemma. A spreekt het verzoek/dilemma uit. B incasseert dit. Vervolgens komen C en D achter B staan. C is het goede geweten D het kwade. Het geweten kan diverse malen terug komen etc. Voor B wordt het een dramatisch moeilijke keuze.

Tips:

  • Om de scene diepgang te geven moeten persoonlijke en interpersoonlijk verlangens of situaties geschetst worden door C en D.

  • Kijk uit voor praktische oplossingen. Deze zijn meestal vervangbaar en zal het verzoek / dilemma niet verder helpen.

  • Speler B: maak een keus....en onderbouw dit. Dit kan ook de foute keus zijn. Of een optie welke in het midden blijft.

Het (dans) gedicht (4 spelers)

Suggestie: Titel van een (abstract) gedicht.

Bij deze beeldende abstracte game is er een dichter die gedurende de scène een gedicht verteld. De overige spelers beelden dit al (dansend) uit.

Variatie: Andersom, de dansers dichten zelf hun dans aan elkaar en pas dan wordt er gedicht.

Tip:

  • Als het kan rijmen...MOOI. Het is geen pre.

  • Maak het langzaam dramatisch zowel bij de dansers als dichters.

  • De dichter staat zo opgesteld dat hij/ zich op het publiek kan richten en naar de dansers.

  • De dansers zijn een eenheid en liever geen losse figuren. Er is continu contact.

  • Probeer om niet alles letterlijk uit te beelden. Of te vertalen bij de variant. Oefen vooraf de game DIASHOW hiervoor.

  • Vraag naar een titel met iets uit de actualiteit. Bijvoorbeeld: Economische wanhoop of Het gevecht van antibiotica.

Britse / Franse opening (4 of 5 spelers)

Suggestie: Locatie

In deze beeldende game mag pas gepraat worden als alle spelers op het podium staan. Handig is als de spelers een voor een het speelvlak op komen en een handeling inzetten welke de locatie definieert. De spelers nemen de tijd om zo een sfeerbeeld op te bouwen, waarin onderlinge contacten gaan ontstaan. De bedoeling van deze opening is om vanuit stil spel iets te laten ontstaan. Pas als de laatste speler er is mag er gepraat worden.

Variant: Franse opening. Een speler mag pas opkomen als iedereen heeft gepraat.

Tips:

  • Vooraf oefenen wat stilte doet.

  • De eerste speler kan bijvoorbeeld starten bij de Britse opening. En alle kleine details neerzetten zoals deur openen. Over iets heen stappen etc. De kracht zit in het exact herhalen van de handeling door de overige spelers.

  • Speel bij de Franse opening met het tempo in het praten. Reageer niet direct, hanteer stilte. Zodat een speler lang nog niet heeft gesproken, maar er is wel spel. De volgende speler mag namelijk opkomen als iedereen heeft gesproken.

  • Zoek naar intieme relaties en benoem zoals altijd het wie en wat.

Day after (2 spelers)

Suggestie: Twee bekende personen

A verlaat de zaal. B vraagt aan het publiek een bekende persoon met wie hij/zij een wilde nacht heeft gehad. Dan komt A terug en verlaat B de zaal. A vraagt hetzelfde voor B. Na terugkomst van B begint de scene. Kortom: De spelers weten wie de ander is, maar weten hun eigen identiteit niet...laat ze daar binnen 4 a 5 minuten achten achter komen.

Tips:

  • Ga niet raden want dan kun je niet spelen. Speel gewoon en geef jouw info langzaam en subtiel met hints bloot aan de ander.

  • Overaccepteer al het foute aanbod van je medespeler en rechtvaardig het.

  • Stel geen vragen rondom het personage. Geef vooral (hints) aan.

  • Deze games zijn zeer waardevol maar vaak niet populair bij Impro groepen. Om deze aangeef games goed onder de knie te krijgen, train dan enkele avonden de principes van deze games.

Parelsnoer (Gehele groep)

Suggestie: Positieve begin zin en een eind zin van een verhaal

Speler A krijgt de begin zin en gaat links van het podium staan. Speler B krijgt de eind zin en gaat rechts van het podium staan. Om en om herhalen de spelers hun zin. Daarna gaat een willekeurige speler ongeveer in het midden staan en improviseert een zin tussen speler A en B. Dit wordt continu herhaalt. Tot een vierde speler hetzelfde doet enzovoort tot iedereen op een rij staat en er een kloppend verhaaltje ontstaat.

Tips:

  • Een voor een stapt een speler in de ontstane ketting.

  • Als je als een van de laatste spelers in stapt, zorg dan dat het verhaal logisch gaat kloppen.

  • Onthoud welke zin je hebt gegeven, dit herhaal je continu.

  • Leuke cooling down voor een training of een oefening om te ontdekken hoe impro werkt.

  • De game is simpel. Je kunt het verfijnen door te trainen hoe een verhaal is opgebouwd. (Introductie, verlangen creëren, probleem creëren, tegenslagen en behalen of niet en het einde).

De Druppel (4 spelers)

Suggestie: Locatie waar spelers kunnen bewegen/handelen.

Speler A komt alleen op, en speelt een (incomplete) scene. A geeft denkbeeldige verbale en non verbale reacties op anderen. Daarna wordt de scene herhaald, maar nu met twee spelers, enzovoorts, totdat bij vier spelers de scene compleet is.

Tips:

  • Geef als eerste speler goed aan waar openingen kunnen liggen, die volgende speler(s) kunnen invullen. Bijvoorbeeld door een willekeurige reactie te geven als: "Dat weet je toch!" of "Dat vind ik nou ook?" of "Dat is voor de bakker". Of begin hard te lachen.

  • Creëer als eerste speler de ruimte, vergelijkbaar het met de Britse opening. (Zie boven).

  • Om deze game te oefenen analyseer vooraf welke vaardigheden je nodig hebt en oefen deze eerst. Dit is al een uitdaging en kan een hele training mee gevuld worden.

  • Heb geduld bij het trainen.

  • Deze game is het tegenover gestelde van Robinson Crusoe of de afvalrace.

  • Om deze game te introduceren voor nieuwe spelers kun je de parelsnoer als opwarmer gebruiken. (Zie boven).

Fuga / Doden uit het graf (3 spelers)

Suggestie: Voor elke speler een beroep en 1 centrale locatie (hoeft niet altijd).

Alle drie de spelers liggen op de grond en beginnen in fases te vertellen over een noodlottig ongeval in hun werksituatie. Ze vertellen hun laatste dag in het leven, waarbij in terzijdes de gedachten van de karakters naar voren komen. Aan het eind van het verhaal sterven ze alle drie (ongeveer gelijktijdig) op een centrale locatie.

Tip:

  • Maak een typetje van je personage en houd vol

  • Train de spelvorm dusdanig in stappen welke de groep wil. Stap 1 Introductie uit het graf etc...

  • Zoek vanuit verschillende invalshoeken waarom je naar de centrale locatie gaat. Vergeet niet dat je beroep hier mee te maken heeft.

  • Lukt het niet om dood te gaan of te verongelukken, pleeg dan zelfmoord.

Het spijt me / De confrontatie (2 a 3 spelers)

Suggestie: Twee spelers krijgen een intieme relatie met een (oud) conflict

Zet twee stoelen op het toneel. Een 'talkshow host' vertelt het publiek over de onzichtbare wand, die tussen de stoelen staat. Om beurten vertellen de twee spelers, hoe het tussen hen 'fout' is gegaan. Als de climax in beide verhalen is bereikt, haalt de 'talkshow host' de wand weg, en confronteert de twee spelers met elkaar.

Tips:

  • Vraag of of creëer twee verschillende karaktereigenschappen.

  • Het kan goed komen, het kan ook totaal fout aflopen.

  • De wand en de host is niet perse nodig. Je kan ook een vorm vinden zonder.

  • Denk aan het TV programma Het spijt me of Het familie diner.

Dubbel / Scene uit het verleden / Verloren vrienden (4 spelers)

Twee spelers (A en B) komen elkaar na lange tijd weer tegen. Zij praten over het verleden en langzaam wordt duidelijk, waarom ze elkaar zo lang niet gezien hebben. Twee andere spelers (C en D) roepen soms Freeze! en spelen dan een scène uit het verleden van de spelers A en B.

Tips:

  • A en B gaan niet af. Het is daarom handig een kant uit te zoeken vooraan op het toneel.

  • Het is vaak handig te bepalen wie wie speelt en dit ook uit te spreken.

  • Hanteer een naam. Handig is om namen te noemen die met A of B beginnen. Of een naam die start met de eerste letter van de spelende speler. Hendrik heet dan Hans.

  • Voorkeur: Houd zelfde geslachten aan.

  • Spelers C en D, voorkom naspelen wat A en B net aangaven.

  • Spelers A en B, geef C en D open aanbod nadat er een scene is gecreëerd. Bijvoorbeeld: A zegt: "En toen zei je (of gebeurde) zo iets bijzonders......" C en D krijgen de mogelijkheid hier een eigen invulling aan te geven.

Het Orakel (3 of 4 spelers)

Aantal spelers: 3 of 4.

Suggestie: Willekeurige diepzinnige vragen over het (of iemands) leven. Of wereldse vragen waar het publiek altijd nog een antwoord op wil.

Vorm: Eén persoon zit op de grond, daar pal achter zit iemand op een stoel, daarachter staat de derde. En de vierde staat op een stoel. Als er niet gesproken wordt, hangt iedereen naar voren (over elkaar heen). Als er gesproken wordt komt iedereen overeind bij zijn woord en zien we vier hoofden boven elkaar en acht armen die langzaam op en neer gaan. Vier spelers beantwoorden woord voor de woord (op volgorde) de vraag.

Tips:

  • Orakels zijn vooral poly-interpreteerbaar. Dus antwoorden kunnen soms vaag zijn.

  • Spreek luid en duidelijk.

  • De game is eenvoudig, houd daarom snelheid en het bewegen van de armen. Pas dan komt de game echt tot zijn recht.

  • Zeg het eerste wat in je opkomt.

  • Wil de antwoorden NIET sturen.

  • Ga niet allemaal bijvoeglijke naamwoorden er in stoppen. Dit vertraagt.

  • Meestal worden woord voor woord games in beginnerscursussen geïntroduceerd en daarna lijkt de lol er af. Toch kun je deze game uitdiepen. Al was het maar om snel mooie zinnen te maken en een beetje inhoudelijke antwoorden geven.

Dierendokter (2 tot 4 spelers)

Suggestie: Dier met een passende kwaal. Zoals aap met een bananenallergie, een luiaard met adhd of een kameleon met een identiteitscrisis.

De dierenarts verlaat het toneel en hoort niet welke dieren en bijbehorende kwalen de overige spelers krijgen toegewezen. De dierenarts komt terug en ontvangt in zijn praktijk de mensen met dierlijke trekken (en kwalen). Hij moet tijdens het spel erachter komen welke dieren en kwalen hij/zij op zijn/haar spreekuur komen.

Tips:

  • Het lijkt op een raadgame. Dit zet de speler op het verkeerde been. Zie het als een aangeef spel.

  • Ga niet raden want dan kun je niet spelen. Speel gewoon en geef jouw info langzaam en subtiel met hints bloot aan de ander.

  • Over accepteer als aangever al het foute aanbod van je medespeler en rechtvaardig het.

  • Deze games zijn zeer waardevol maar vaak niet populair bij Impro groepen. Om deze aangeef games goed onder de knie te krijgen, train dan enkele avonden de principes van deze games.

  • De spelers die de dieren zijn veranderen langzaam in dieren en hun bekende trekjes. Of worden personages met dieren manieren. De luiaard wordt dus steeds sneller of de kameleon verandert steeds in zijn/haar identiteit en draait met zijn ogen.

Commercieel sprookje (Willekeurig hoeveelheid spelers)

Suggestie: Een bepaalde scene uit een bekend sprookje

De spelers spelen de sprookjesachtige scene, ze richten zich vooral op details. Bij elk detail worden commerciële merken genoemd. Bijvoorbeeld: "Oh oma wat heeft u grote witte tanden!" Wolf: "Ik poets ze ook altijd 6x per dag met Prodent tandpasta, daarna gebruik ik een Jordan tandenstoker en spoel ik ze na met Listerine extra sterk. Mijn handen was ik met Zwitsal en droog ze af met handdoeken gewassen in Witte reus.

Tip:

  • Om in de stemming te komen, creëer een warming up en oefeningen met merknamen.

  • Maak overdreven typetjes van de sprookjes figuren.

  • Overdrijf bij het uitspreken van de merken. Als het om tandpasta gaat, kijk het publiek in en laat je hoektanden zien of lik met je tong langs al je tanden. Of als het om shampoo gaat, ga met je handen overdreven door je haar etc.

Status wissel (2 spelers)

Suggestie: Locatie of relatie.

A heeft een lage status, B een hoge. De wordt duidelijk aan de hand van het spel. Tijdens het spel wisselen spelers van status.

Tips:

  • Haal de status wissel uit een (inter) persoonlijk spelimpuls. Dus niet omdat het een regel is en uit het niets komt.

  • Als dit goed gaat. Werk dan vanuit het niets door middel van een Freezetag door het wie, wat en waar zelf te benoemen en de te status bepalen. Als spelers dit beheersen wordt het spel in de toekomst interessanter.

Actor Switch (2 personen of 4 personen)

Suggestie: Twee duidelijke stereotypes die op een locatie zijn! Of een stukje uit een sprookje.

Speel een scene met 2 sterke prototypes. A speelt een duidelijk overdreven type, en B een overdreven type. Laat vervolgens de acteur switchen door “Switch” te roepen. A neemt de rol van B en over en andersom.

Tip:

  • Verander je mimiek, stem en (loop) houding duidelijk.

  • Opperste concentratie en intensieve game. Je kan ook eerst starten met 4 speler. C en D nemen de rollen van A en B over.

  • Roep "Switch" als een andere speler wordt uitgenodigd te reageren, hij/zij moet dan op zich zelf reageren.

Rijm scene (3 personen)

Suggestie: Relatie met gespreksonderwerp of locatie.

A start een zin. B rijmt. C zegt de volgende zin. A rijmt.

Tips:

  • Er kunnen rijmzinnen ontstaan in een monoloog of meerdere zinnen van 1 speler...allemaal prima!

  • Vooraf rijmoefeningen trainen om in de sfeer te komen.

  • Deze spelvorm lijkt vlug omdat spelers het gevoel hebben vlug te moeten rijmen. Je kan het ook langzaam doen en stiltes laten vallen zodat je de tijd hebt om een geschikt rijmend antwoord te geven. Spelers moeten hun stiltes wel rechtvaardigen en non verbaal gaan spelen. (Onderbuik gevoelens worden duidelijker). Hierdoor wordt het een spannende scene.

Op je beurt spel (3 a 4 spelers)

Suggestie: Een situatie waarin een vervelende mededeling is gedaan. Of een scene die al is uitgewerkt en waar de situatie op scherp staat.

Vorm: De spelers worden genummerd van 1 t/m 4. Op deze volgorde mogen ze iets zeggen. Eerst nummer 1, dan 2, dan 3 en vervolgens 4 om weer terug te gaan naar 1.

Deze vorm geeft spelers rust en duidelijkheid. Het dwingt ze om op elkaar te wachten. Maar wat gebeurd als spelers het moment waarin ze iets mogen zeggen, bewust uitstellen........

Tips:

  • Stel als speler 1 een vraag aan speler 4. Hij kan niet verbaal antwoorden, non verbaal mag wel

  • Sommige spelers willen gaan mimen omdat ze het gevoel hebben iets te moeten zeggen. Dit maakt de scene niet mooier en ga op zoek of train alternatieven.

  • Oefen vooraf stil spel.

  • Zeer waardevolle game om te oefenen met stilspel.

Pavlov (2 spelers)

Suggestie: Een relatie of locatie.

Vorm: Speler A verlaat de zaal. B vraagt aan het publiek een trigger en reactie. B verlaat de zaal en A doet hetzelfde. Voorbeeld: B heeft als trigger, als A aan zijn hoofd zit dan zeg je steeds: "Snotverdikkeme" of zeg je: "Allemaal flauwekul"

Tips:

  • Luister en kijk goed. De Pavlov reacties moeten consequent en geloofwaardig worden uitgevoerd.

  • Probeer de Pavlov reactie te rechtvaardigen.

  • Komt je trigger niet, lok je medespeler dan uit.

  • Deze game is heel goed voor mensen die te veel denken tijdens het spelen. Omdat je de Pavlov reacties niet kan plannen moet ze los komen. Dit kan hilarisch worden. Ook is 't een zeer goede oefening om te leren op je medespeler te letten.

  • Tijdens een training kun je medespelers vragen wat een speler altijd consequent doet en dit als Pavlov reactie inzetten. Bijvoorbeeld en speler die altijd met zijn/haar handen in de zij staat of zijn/haar achter de oren doet.

Vraag en antwoord (4 spelers)

Suggestie: Willekeurige korte antwoorden.

De spelers staan op een rij. Als er een antwoord komt, improviseren de spelers de voorafgaande vragen.


Tip:

  • Het publiek gaat gedurende de scene steeds originele antwoorden bedenken.

  • Als de vraag geformuleerd is, laat de persoon die de suggestie gaf dit herhalen.

  • Een vijfde persoon geeft structuur aan deze interactieve vorm.

4 zinnen (2 spelers)

Suggestie: 4 zinnen uit het publiek die niets met elkaar te maken hebben + Relatie met problemen of locatie of Historische gebeurtenis.

Vorm: De spelers moeten in drie minuten deze zinnen in een logische scène zien te verwerken.

Tips:

  • Laat de vier zinnen op een flip over schrijven zodat publiek en spelers ze voldoende kunnen zien.

  • Waak een logische scene.

  • Durf ondanks tijdsdruk rust in het spel te pakken.

The art of noise (2 spelers)

Suggestie: Een locatie en relatie

Vorm: Tijdens de game verzorgen de overige spelers geluiden middels instrumenten, materiaal of fysiek.

De spelers accepteren de geluiden en rechtvaardigen dit.

Tips:

  • Zorg voor samenspel. Originele geluiden zijn leuk, soms ook te origineel waardoor het blokkerend kan werken.

  • Eventueel kan er ook gekozen worden voor apps met geluidseffecten via een telefoon.

  • Uiteraard kan de muzikant ook een rol spelen.

Animal (2 spelers)

Suggestie: de spelers krijgen beiden een dier en een relatie.

Vorm: Gedurende de scene krijgen de spelers steeds meer trekjes van het dier. Uiteindelijk creëren ze zo een personage.

Tips:

  • Train vooraf hoe je karakters schetst op dierenkarakters. Laat je verrassen wat er allemaal kan.

  • Denk vooral Hoe loopt of beweegt het dier, wat voor geluiden, omschrijf het karakter etc.

  • Laat het ontstane personage uit deze scene later in andere games terug komen.

10 impro tips

  1. Accepteer alle ideeën van jezelf en je medespeler!

  2. Volg je eerste impuls. Doe het eerste wat in je op komt.

  3. Denk niet: “Wat moet ik met dit idee?!” Maar: “Wat kan ik met dit idee?!”

  4. Laat al je vooraf bedachte ideeën los!

  5. Benoem altijd wie je bent en wat er is of wat je ziet.

  6. Houd rust in je spel en ….concentreer! (Acteren is grotendeels concentreren).

  7. Denk IK DOE HET gewoon. (En....vanavond lig ik weer veilig in mijn bed).

  8. Ook al lijkt het een uitdaging……heb er zin in!

  9. Zoek naar samenspel, daag elkaar uit. (Heb oogcontact).

  10. Niet denken maar doen!

Vertaal Djebber (4 spelers)

Suggestie: de spelers krijgen beiden een locatie en een relatie.

Vorm: Spelers C en D kijken naar de scene van A en B. A en B spelen de scene in Djebber. Of C en D kijken naar de scene zonder dat ze het horen. C en D spelen de scene na zoals ze het hebben geïnterpreteerd.

Tips:

  • Fragmenteer de scenes. Dus een minuut spelers A en B, daarna de vertaling van C en D. Etc.

  • A en B zorgen voor een rustige doch duidelijke mise- en scene. Er is een emotie, handeling en beweging. C en D observeren dit goed en herhalen deze in hun scene.